Jozias van Aartsen


 

Ik  ben ervan overtuigd dat de wereldberoemde componist en musicus Richard Wagner een opera met de titel: ‘Schöne Stadt hinter den  Dunen’ had geschreven als hij had geweten dat er in Den Haag  ooit een laan naar hem zou worden vernoemd. En als hij destijds had kunnen bevroeden dat notabene op zijn laan onze eigen burgermeester zou hebben gewoond, dan had hij op zeker ‘Schöne Stadt hinter den Dunen’ gegarandeerd in première laten gaan in de Koninklijke Schouwburg, uitgevoerd door de Hofstad Operette onder begeleiding van het Residentieorkest.

De Richard Wagnerlaan, daar heet ik onze burgermeester Jozias van Aartsen van harte welkom in het programma Haagse Iconen.

En toeval of niet, na de eerste warme begroeting, heb ik echt het idee dat de rol van heldentenor, hem absoluut niet zou misstaan. Ondanks het feit dat de goede man, in tegenstelling tot al zijn voorgangers niet is gezegend met een academische graad,  is hij voor mij nu al de gedoodverfde winnaar van ‘Una Voce Particolare’. Hij is namelijk wel behept met een geweldige flair, een fijngevoelige humor en een overdosis aan natuurlijke charme.

En zijn stem? Ach, gedurende zijn bevlogen politieke carrière heeft hij inmiddels bewezen, dat zijn stem als zeer klinkend wordt ervaren.

Heerlijk ongedwongen, zijn linkerhand nonchalant in de broekzak, halen we bij het oude woonhuis enige bijzondere jeugdherinneringen op en blijkt dat de interesse voor de politiek met de paplepel is ingegoten. Vader was in het verleden namelijk wethouder in Den Haag en werden in huize van Aartsen, tijdens het avondmaal, de bruine bonen met spek menigmaal begeleid door een politiek sausje. De ontspannen toon voor vandaag is gezet. 

Vervolgens zetten we koers naar het Atrium. Staand in de hal, onder de rook van zijn werkkamer, vraag ik hem waarom hij heeft gesolliciteerd naar de functie van burgervader van de Residentie.

Vol trots antwoordt hij dat hij van Den Haag houdt en dat Den Haag nog altijd zijn stad is.

Het burgermeesterschap ziet Jozias van Aartsen dan ook als een kans iets terug te kunnen doen voor de stad die zoveel voor hem betekent. Na het groene licht van het thuisfront, volgt de sollicitatieprocedure die uiteindelijk eindigt met de officiële aanstelling.

Na een korte terugblik op zijn politieke loopbaan, vraag ik de heer van Aartsen naar zijn favoriete plekjes in Den Haag. Het zwarte pad, het Huygenspark, het Oranjeplein zijn slechts een paar voorbeelden van de reeks ‘City Highlights’ die verbaal de revue passeren.

Toch is er volgens de heer van Aartsen slechts één plek in Den Haag, waar je in één oogopslag de hele stad in vol ornaat kan aanschouwen: ‘Het Strijkijzer.’ Tenminste……., als er geen wolkje aan de lucht is. Na een korte, edoch enerverende fietstocht ( op de Hoefkade bleven we namelijk na een onhandige manoeuvre mijnerzijds, nog net gevrijwaard van de tramrails), kwamen we aan bij het hoogste gebouw van Den Haag. Met mijn onmiskenbare traumatische hoogtevrees; Ik bel al met de stichting Correlatie als ik een stoep af moet lopen, vertelt de heer van Aartsen mij, tijdens de  bloedstollende reis met de lift naar de topetage, dat we straks een prachtig uitzicht hebben over het groen van de stad. Echter, boven aangekomen blijkt dat een zeer dik mistgordijn zich inmiddels als een deken over het Strijkijzer heeft gevormd. ‘Tjonge Fred, het enige groen wat ik nu nog kan zien is het groen van jouw gezicht ’, grapt de heer van Aartsen nog. Inderdaad, mijn gezicht heeft inmiddels de aanblik van de Hulk in crisistijd.

Tot mijn grote opluchting zijn we zonder kleerscheuren snel weer beneden en stappen wederom op het favoriete vervoermiddel van de heer van Aartsen: de fiets.

Ietwat later arriveren we op nadrukkelijk verzoek van de burgervader in de Schalkburgerstraat bij de Zwarte Vogel. “Als er iets Haags is dan zijn deze mensen het wel: open , eerlijk, direct en je kunt er vreselijk lachen”, voegt de heer van Aartsen toe als we het duivenwalhalla betreden.

Na een warme begroeting is het tijd voor een officieel cultuurhistorisch moment. Een inmiddels met talloze prijzen gelauwerde kampioensdoffer wordt vernoemd naar Jozias van Aartsen.

“Daar drinken we een wijntje op, Proost Jozias”, roept een trotse burgermeester.

En even denk ik weer aan die heldentenor, innemend, flair, humor, warm en trouwens……., Marco Bakker dronk toch ook een wijntje.

No Comments Yet to “Jozias van Aartsen”

Fred Zuiderwijk is geknipt en geplakt door het Haags Productiebedrijf
Foto's zijn gemaakt door Beeldbazaar.