Er is ooit een tijd geweest dat ik bij het zien van een piepklein muisje al in de vitrage van de huiskamer hing. Sterker nog, na mijn eerste confrontatie met Mickey Mouse, werd ik onder een overdosis valium in dwangbuis afgevoerd naar een sanatorium op het altijd rustgevende eiland Texel. Na het volgen van talloze sessies bij een scala aan natuurgenezers en hypnotherapeuten en na een gesubsidieerd abonnement voor het leven bij de stichting Correlatie, ben ik door de jaren heen aardig muisangstvrij geraakt. Desondanks kan ik een korte wanhopige blik naar de aanwezige gordijnen van het gymnastieklokaal niet onderdrukken, als ik het speelplein betreed van de vroegere lagere school van mijn gast die ik in deze aflevering van Haagse Iconen mag ontvangen: Bas Muis.
Na een innige begroeting maakt wanhoop al echter snel plaats voor warmte en onder het genot van een reeks kwajongensachtige herinneringen wandelen we de school binnen.
We ontmoeten in een leslokaal moeder Dicky Muis. Ooit nog les gegeven aan haar eigen Bas en nu als ‘bijlesjuf’ nog steeds verbonden aan de school. De anekdotes volgen zich in rap tempo op en het blijkt dat Bas stamt uit een zeer creatief gezin. Moeder speelt toneel, vader speelt gitaar en is tevens behept met een goddelijke stem, die nog het meest overeenkomt met die van John Lennon. Dit fenomeen blijft niet onopgemerkt en vader Bas scoort dan ook met het toenmalige succesvolle project ‘Stars on ‘45’ een internationale mega-hit. Zoon Bas heeft het dus niet van een vreemde. Hij speelt niet onverdienstelijk piano en zijn liefde voor The Beatles steekt hij absoluut niet onder stoelen of banken. Dat ondervind ik aan den lijve als we samen plaats nemen in een oldtimer Mercedes, speciaal voor deze gelegenheid uitgerust met een complete zanginstallatie. Bij het horen van ‘The Yellow Submarine’ vliegt Bas volledig uit z’n panty en bij de klassieker ‘Help’ ligt z’n huig zowat op de hoedenplank. Na dit onvergetelijke ‘Back to the sixties’ intermezzo komen we aan bij de voetbalvereniging GDA in Madestein. Naast muziek en acteren heeft Bas namelijk nog een grote passie: voetbal. Hij begint hier op 16-jarige leeftijd te spelen en is nu nog steeds aanvoerder van het RTL-sterrenteam. Als we samen op het hoofdveld staan vertelt Bas over z’n liefde voor ADO en over zijn ontmoeting met idool Marco van Basten nadat hij tijdens het EK in Zwitserland een keer stadionspeaker mag zijn. Ik daag Bas uit om even een balletje te trappen. Nou, dat heb ik geweten. Hij scoorde op een bepaald moment zo’n ‘wereldgoal.’ Daarbij vergeleken behoort het wonderschone doelpunt van Marco van Basten in de EK-finale tegen Rusland in 1988, echt thuis in de categorie “genante afzwaaiertjes”.
Na het bezoek aan GDA zetten we koers naar bakkerij Veenman. Tijdens zijn studietijd beunde Bas tussen de pistoletjes en casino’s namelijk wat bij aan de lopende band. Als we na een grondige desinfectie, die mij in eerste instantie doet denken aan een in quarantaine plaatsing, de werkvloer betreden, springt Bas zonder ook maar één seconde na te denken middenin het productieproces. “Jeetje man, wat is dit gaaf, dit heb ik dus zo’n drie jaar gedaan hé,” jubelt Bas, terwijl de zonnebloempitten hem om de oren vliegen. De eerste rol bij Goede Tijden, Slechte Tijden betekent echter het einde van bakker Bas. Toch vertelt Bas mij dat de liefde voor het acteren zich al veel eerder openbaart. Als tiener volgt hij een opleiding bij jeugdtheaterschool Rabarber, figureert al in diverse Tv-series en staat ook al op de planken.
We duiken vervolgens samen in het verleden, naar zijn toneelvoorstellingen in theater aan het Spui. Volgens Bas zijn het juist deze voorstellingen die hem hebben gevormd tot de volwassen acteur die hij nu is. Als we de grote zaal betreden gaat er duidelijk iets door Bas heen: “Tien jaar geleden speelde ik hier Romeo en Julia en Frankenstein, Fred, geweldig.” De indrukwekkende carrière van Bas vliegt in vogelvlucht door het theater. Van ‘GTST’ tot de regiosoap ‘Pauwen en Reigers’ en van ‘Voetbalvrouwen’ tot de speelfilm ‘Snuf de hond.’ Nadat Bas mij verklapt dat hij ooit nog wel eens in een spannende Nederlandse politieserie wil spelen nemen we afscheid. Maar dat doe we niet voordat we gezamenlijk het authentieke Haagse volkslied ‘Oh, Oh, Den Haag’ hebben gezongen. Begeleid door Bas aan de piano sterven uiteindelijk de laatste klanken weg en besef ik me met wat voor een getalenteerde en vooral echte warme Haagse gozah op pad ben geweest.