Martin Jol


 

 

“Krijg nou wat, die heb ik ook, precies dezelfde”, roep ik verbaasd uit, terwijl ik de huiskamer van Martin Jol betreed. Mijn oog is onmiddellijk gevallen op een schilderij, een oud Schevenings tafereel, dat recht tegenover de deur aan de muur hangt.

“ Nee, da’s lekker, jij maakt zo geen vrienden, gozer”, klinkt ’t vanuit de luxe lederen tweezitsbank: “Zeg dan in ieder geval, dat die van jou er op lijkt.” 

Een stevige handdruk en een brede, volle lach, zijn het gevolg.

Mijn eerste kennismaking met Martin Jol is een feit. Na een zeer succesvol seizoen bij de “Spurs” in Engeland, slechts twee weken in Nederland en toch bereid mee te werken aan het programma ‘Haagse Iconen’. En daar ben ik apentrots op, temeer omdat Martin aanbiedingen van o.a. Voetbal Inside en Studio Voetbal, klakkeloos heeft afgewimpeld.

Nadat broertje Cock is aangeschoven, raken we gedrieën meteen in een geanimeerd gesprek, dat regelmatig wordt gelardeerd met de meest bizarre voetbalanekdotes, haring en kibbelingen.

We besluiten dat de uitzending begint in de Wassenaarsestraat. De geboortegrond van Martin en de plek waar hij menig buurvrouw tot waanzin dreef, door met zijn toen al verwoestende schot elke dag wel een portiekraam te verbrijzelen.

Vervolgens in de Tuk Tuk naar het veld van JAC, de eerste voetbalvereniging van Martin.

“Was eigenlijk niet de bedoeling”, vertelt Martin:”Oorspronkelijk zouden we gaan kijken bij SV ’35. M’n broertje Cock en ik reden namelijk mee met een moeder van een vriendje en die pakte de verkeerde afslag. Zodoende kwamen per toeval bij JAC terecht en zijn daar blijven hangen.”

Van JAC gaat de rit naar het aloude ‘Zuiderpark’, waar Martin met bijna 500 wedstrijden in het eerste van ADO, bijna elk grassprietje kent. Onderweg passeren de verhalen over z’n verblijf in Engeland de revue. Stralend tot aan z’n oorlellen vertelt Martin dat een Engelsman inderdaad de enige persoon ter wereld is die het presteert om in z’n eentje in de rij te gaan staan en dat de Engelse keuken niet te hachelen is. “Geloof mij nou Fred, als een chef-kok in een Engels restaurant een blik kan opentrekken, zonder in z’n vingers te snijden, krijgt ie al een ster. “Sodemieter op, ik laat lekker kroketten van snackbar Wassenaar overkomen.”

Aangekomen in het Zuiderpark valt de goedgebekte Scheveningse kolos stil en is zichtbaar geroerd bij de aanblik van het eens zo trotse stadion. “Krijg nou wat, heel midden-noord is al weggeragd, geef mij alsjeblieft ff een minuutje voor mezelf.”

Maar melancholie, maakt al snel plaats voor oprecht enthousiasme als we een tijdje later het nieuwe stadion van ADO betreden: “Tering, wat een grasmat!!”

Midden op de gloednieuwe stip overhandigt Martin mij tenslotte zijn exclusief voor hem vervaardigde gelukscap voor de veiling ten bate van ‘Right to Play’. De cap die volgens Martin zeker heeft bijgedragen aan al die succesvol verlopen wedstrijden met de ‘Spurs.

Na een warm en hartelijk afscheid, bemerk ik dat nog nooit iemand zo’n indruk op me heeft gemaakt. Martin Jol, niet alleen een voetbalgigant in hart en nieren, maar ook een echt mensenmens. Groot van stuk, maar met een oh zo’n klein hartje. Een terechte Icoon.

No Comments Yet to “Martin Jol”

Fred Zuiderwijk is geknipt en geplakt door het Haags Productiebedrijf
Foto's zijn gemaakt door Beeldbazaar.